Je doet een schenking aan iemand en krijgt daar nadien spijt van. Kan je de schenking in dat geval nog herroepen of is ze integendeel definitief en is ‘gegeven gegeven’?
In principe definitief
Als je een schenking doet dan gaat de eigendom van het geschonken goed dadelijk over op de begiftigde. Je kan je nadien dan ook niet bedenken en het geschonken goed terugvragen. Je kan je in de schenking ook niet het recht voorbehouden om op de schenking terug te komen. Als er sprake is van een schenking tussen echtgenoten geldt een afwijkende regeling. Een schenking tussen echtgenoten is nu eenmaal wel altijd herroepbaar tenzij de schenking plaatsvond in het huwelijkscontract of naar aanleiding van een wijziging van het huwelijkscontract.
Herroeping wegens ondankbaarheid
Op de regel dat een schenking niet-herroepbaar is bestaat een uitzondering als er in hoofde van de begiftigde sprake is van een zogenaamde ‘ondankbaarheid’. Zo kan een schenking wegens ondankbaarheid worden herroepen als de begiftigde een aanslag op het leven van de schenker heeft gepleegd, als hij zich tegenover de schenker heeft schuldig gemaakt aan mishandelingen, misdrijven of grove beledigingen of als hij weigert hem levensonderhoud te verschaffen. Deze weigering moet dan wel onwettig zijn. Wil je de herroeping vragen dan gelden daarvoor strikte voorwaarden en termijnen.
Als schenker kan je een last koppelen aan de schenking. Indien de begiftigde de lasten die gekoppeld zijn aan de schenking niet nakomt kan je de ontbinding van de schenking vragen aan de rechtbank.
Recht van terugkeer
Je kan in de schenking een zogenaamd recht van terugkeer laten opnemen. Via zo’n clausule bepaal je als schenker dat het geschonken goed terugkeert naar je vermogen als de begiftigde (en eventueel zijn afstammelingen) voor jou zou komen te overlijden. Als de begiftigde dan voor jou sterft krijgt je de geschonken goederen terug.