Vandaag werd het nieuwe boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Het treedt in werking op 1 januari eerstkomende. Met welke wijzigingen moet je vanaf dan zoal rekening houden?
Strengere aansprakelijkheid voor ouders
Voor minderjarige kinderen van minder dan 16 jaar oud zijn ouders sowieso aansprakelijk als het kind door zijn fout schade aan iemand veroorzaakt. Is het kind 16 jaar of ouder dan kan je als ouder aan deze aansprakelijkheid ontsnappen als je kan aantonen dat de schade niet te wijten is aan jouw fout. Beneden de 16 jaar kan dat niet.
De aansprakelijkheid voor zaken en dieren wordt ‘verduidelijkt’
De nieuwe wet bevestigt dat de bewaarder van een zaak foutloos aansprakelijk is voor de schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak. Een zaak is daarbij gebrekkig wanneer zij door een van haar kenmerken niet de veiligheid biedt die men gerechtigd is te verwachten in de gegeven omstandigheden. Verder zegt de wet dat de eigenaar wordt vermoed bewaarder van de zaak te zijn, tenzij hij bewijst dat de bewaring bij een ander berust. De nieuwe wet geeft verder ook aan dat de bewaarder van een dier foutloos aansprakelijk is voor de schade veroorzaakt door dit dier. De eigenaar wordt vermoed bewaarder van het dier te zijn, tenzij hij bewijst dat de bewaring bij een ander berust.
Als er meerdere personen aansprakelijk zijn?
De wet verduidelijkt ook wat er gebeurt als er meerdere personen tegelijk aansprakelijk zijn voor een bepaalde schade. In dat geval zijn deze personen namelijk wat men noemt in solidum aansprakelijk voor deze schade. Wie een andere persoon aanzet om een fout te begaan of hem met dit doel helpt, is al eveneens met deze persoon in solidum aansprakelijk voor de door deze fout veroorzaakte schade.
Preventieve maatregelen
Binnenkort kan de rechtbank bij een dreigende schade ook preventieve maatregelen bevelen om te vermijden dat de schade zou ontstaan. Meer bepaald zegt de wet dat bij vaststaande of ernstig dreigende schending van een wettelijke regel die een bepaald gedrag voorschrijft, de rechter, op vordering van een partij die aantoont hierdoor een aantasting van een van zijn zaken of van zijn fysieke integriteit te zullen lijden, een bevel of verbod kan opleggen dat erop gericht is deze wettelijke bepaling te doen naleven.