couple, argument, crisis-4641033.jpg

Zo vermijd je discussies als je als samenwoner meer betaalt in een gezamenlijk onroerend goed

Als wettelijke of feitelijke samenwoners gezamenlijk een onroerend goed aankopen gebeurt het wel eens dat de ene partner daarin meer geld investeert dan de andere.  Hoe vermijd je dan discussies als er aan de samenwoning een einde komt?

Als samenwoners uiteen gaan gebeurt het maar al te vaak dat de ex-partner die meer investeerde in het onroerend goed die ‘meerinbreng’ wil recupereren.  In de praktijk is dat echter niet altijd eenvoudig en is het belangrijk ‘op voorhand’ de nodige voorzorgen te nemen.

Kopen in een verschillende verhouding

Om latere discussies te vermijden bestaat een eerste denkpiste erin het onroerend goed aan te kopen in een verschillende verhouding (dus niet elk voor de onverdeelde helft).  De verhouding waarin het onroerend goed wordt gekocht kan op die manier dus worden afgestemd op wat elk van de partijen in het onroerend goed investeert.

Overeenkomst sluiten

Een andere mogelijke werkwijze bestaat er in op het moment van de aankoop (of wanneer de ene samenwoner bv. meer investeert in een verbouwing) een overeenkomst af te sluiten waarin de samenwoners afspreken dat bij het einde van de samenwoonst de minder investerende partner een vergoeding zal betalen aan diegene die meer investeerde.

Indien een dergelijke overeenkomst wordt aangegaan is het van belang die ook correct op papier te zetten.  Doe daarvoor een beroep op iemand met een juridische scholing (zoals bv. een advocaat of een notaris).

Niets afgesproken, en dan?

Heb je niets afgesproken en eindigt de samenwoning dan zal het niet altijd even eenvoudig zijn voor diegene die meer investeerde om een vergoeding te krijgen van de andere.  De partner die een vergoeding wil ontvangen zal nu eenmaal niet alleen moeten bewijzen dat hij meer investeerde maar hij zal tevens een rechtsgrond moeten aangeven op basis van welke hij een vergoeding vraagt. Als er geen schriftelijke overeenkomst werd gesloten zal men daarbij vaak een beroep moeten doen op de zogenaamde verrijking zonder oorzaak. Weet evenwel dat de kansen op succes van een dergelijke vordering hoogst onzeker zijn.