Als je werkgever je arbeidsovereenkomst verbreekt zal hij je een verbrekingsvergoeding moeten betalen. Als dat gebeurt reken je die maar beter na. In de praktijk gebeurt het immers maar al te vaak dat je werkgever je te weinig betaalt…
Hoe begroten?
Om te weten op welke verbrekingsvergoeding je recht hebt moet je vooreerst nagaan welke opzegtermijn je werkgever had moeten naleven als hij je arbeidsovereenkomst zou hebben opgezegd. Vervolgens dien je het jaarloon waarop je aanspraak kon maken te bekijken. De opzeggingsvergoeding is nu eenmaal gelijk aan het lopend loon dat overeenstemt met de duur van de opzeggingstermijn die je werkgever normaal in acht had moeten nemen.
Niet enkel het loon op zich
Om het lopend loon te bepalen moet niet enkel je maandloon, eindejaarspremie en vakantiegeld in aanmerking worden genomen. Je werkgever moet namelijk bij het bepalen daarvan ook rekening houden met de voordelen verworven krachtens de overeenkomst. Zo zal onder andere rekening moeten worden gehouden met de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques die je ontving, de bijdrage in de groepsverzekering, het feit dat je het privé-voordeel hebt van een bedrijfswagen en dies meer. In de praktijk durft daar het schoentje wel eens te wringen.
Te weinig betaald, en dan?
Blijkt dat je werkgever je een te lage opzegvergoeding betaalde, dan kan je deze aanmanen om het bijkomend bedrag waarop je recht hebt uit te betalen. Helpt ook dat niet dan kan je naar de arbeidsrechtbank stappen. Weet wel dat je hiertoe het nodige moet doen binnen het jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst.