Als je als onderneming zaken doet met een andere onderneming gebeurt het maar al te vaak dat je beiden gebruik maakt van algemene voorwaarden (de zogenaamde ‘kleine lettertjes’). Welke voorwaarden zijn in dat geval van toepassing?
Nieuwe wet
Op 1 januari eerstkomende treedt het nieuwe verbintenissenrecht in werking. Dat bevat een regeling voor het geval de algemene voorwaarden van contractspartijen (bv. klant en leverancier, aannemer en onderaannemer, …) tegenstrijdig zijn.
Meer bepaald zegt de wet vooreerst dat als er onderhandelde voorwaarden zijn, deze voorgaan op de voorwaarden van de partijen. Denk daarbij maar aan voorwaarden die effectief in het contract, op de bestelbon of op de offerte staan.
En anders?
De nieuwe wet zegt verder dat als het aanbod en de aanvaarding verwijzen naar verschillende algemene voorwaarden, het contract niettemin tot stand komt. Beide algemene voorwaarden maken dan deel uit van het contract, met uitzondering van de onverenigbare bedingen.
Het contract komt echter niet tot stand als een partij vooraf (of zonder onnodige vertraging na de ontvangst van de aanvaarding) uitdrukkelijk, en niet door middel van algemene voorwaarden, aangeeft dat zij niet wil gebonden zijn door een dergelijk contract.
Vroegere contracten
De nieuwe wet is niet van toepassing op overeenkomsten die voor 1 januari 2023 werden afgesloten. Niettemin zouden de bepalingen van de nieuwe wet rond de strijdigheid van algemene voorwaarden ook voor die contracten ‘inspirerend’ kunnen werken.
Tot nu toe werd door rechtbanken overigens verschillend geoordeeld bij een strijdigheid van algemene voorwaarden. Zo werd soms geoordeeld dat geen van beide algemene voorwaarden spelen omdat men het daar nu eenmaal niet over eens was. Ook andere uitspraken waren mogelijk waarbij men bv. de bepalingen die niet strijdig zijn met elkaar liet gelden, de voorwaarden die laatst meegedeeld werden liet primeren of de voorwaarden van de klant van toepassing liet zijn.